De of het discontinuïteit? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord discontinuïteit? Is het de discontinuïteit of het discontinuïteit? Het juiste lidwoord dat je voor het woord discontinuïteit moet gebruiken is:
De discontinuïteit
Aanwijzend voornaamwoord discontinuïteit
Dit of deze discontinuïteit: deze discontinuïteit
Dat of die discontinuïteit: die discontinuïteit

Bezittelijk voornaamwoord discontinuïteit
Onze of ons discontinuïteit: onze discontinuïteit
Jouw of jou: jouw discontinuïteit

Elke of elk discontinuïteit?
Elke discontinuïteit
Gerelateerd aan discontinuïteit