De of het diplopie? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord diplopie? Is het de diplopie of het diplopie? Het juiste lidwoord dat je voor het woord diplopie moet gebruiken is:
De diplopie
Aanwijzend voornaamwoord diplopie
Dit of deze diplopie: deze diplopie
Dat of die diplopie: die diplopie

Bezittelijk voornaamwoord diplopie
Onze of ons diplopie: onze diplopie
Jouw of jou: jouw diplopie

Elke of elk diplopie?
Elke diplopie
Gerelateerd aan diplopie