De of het diplegie? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord diplegie? Is het de diplegie of het diplegie? Het juiste lidwoord dat je voor het woord diplegie moet gebruiken is:
De diplegie
Aanwijzend voornaamwoord diplegie
Dit of deze diplegie: deze diplegie
Dat of die diplegie: die diplegie

Bezittelijk voornaamwoord diplegie
Onze of ons diplegie: onze diplegie
Jouw of jou: jouw diplegie

Elke of elk diplegie?
Elke diplegie
Gerelateerd aan diplegie