Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord dierrechten? Is het de dierrechten of het dierrechten? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord dierrechten kunt gebruiken zijn:
De dierrechtenHet dierrechten
Aanwijzend voornaamwoord dierrechten
Dit of deze dierrechten:
dit dierrechten / deze dierrechten
Dat of die dierrechten:
dat dierrechten / die dierrechten
Bezittelijk voornaamwoord dierrechten
Onze of ons dierrechten:
onze dierrechten / ons dierrechten
Jouw of jou: jouw dierrechten
Elke of elk dierrechten? Elke dierrechten / elk dierrechten