De of het dierlijkheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord dierlijkheid? Is het de dierlijkheid of het dierlijkheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord dierlijkheid moet gebruiken is:
De dierlijkheid
Aanwijzend voornaamwoord dierlijkheid
Dit of deze dierlijkheid: deze dierlijkheid
Dat of die dierlijkheid: die dierlijkheid

Bezittelijk voornaamwoord dierlijkheid
Onze of ons dierlijkheid: onze dierlijkheid
Jouw of jou: jouw dierlijkheid

Elke of elk dierlijkheid?
Elke dierlijkheid
Gerelateerd aan dierlijkheid