De of het dienstwilligheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord dienstwilligheid? Is het de dienstwilligheid of het dienstwilligheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord dienstwilligheid moet gebruiken is:
De dienstwilligheid
Aanwijzend voornaamwoord dienstwilligheid
Dit of deze dienstwilligheid: deze dienstwilligheid
Dat of die dienstwilligheid: die dienstwilligheid

Bezittelijk voornaamwoord dienstwilligheid
Onze of ons dienstwilligheid: onze dienstwilligheid
Jouw of jou: jouw dienstwilligheid

Elke of elk dienstwilligheid?
Elke dienstwilligheid
Gerelateerd aan dienstwilligheid