De of het dicteersnelheid? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord dicteersnelheid? Is het de dicteersnelheid of het dicteersnelheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord dicteersnelheid moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord dicteersnelheid
Dit of deze dicteersnelheid:
deze dicteersnelheid
Dat of die dicteersnelheid:
die dicteersnelheid
Bezittelijk voornaamwoord dicteersnelheid
Onze of ons dicteersnelheid:
onze dicteersnelheid
Jouw of jou:
jouw dicteersnelheid
Elke of elk dicteersnelheid?Elke dicteersnelheid
Gerelateerd aan dicteersnelheid