De of het deux-pièces? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord deux-pièces? Is het de deux-pièces of het deux-pièces? Het juiste lidwoord dat je voor het woord deux-pièces moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord deux-pièces
Dit of deze deux-pièces:
deze deux-pièces
Dat of die deux-pièces:
die deux-pièces
Bezittelijk voornaamwoord deux-pièces
Onze of ons deux-pièces:
onze deux-pièces
Jouw of jou:
jouw deux-pièces
Elke of elk deux-pièces?Elke deux-pièces
Gerelateerd aan deux-pièces