De of het deuvel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord deuvel? Is het de deuvel of het deuvel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord deuvel moet gebruiken is:
De deuvel
Aanwijzend voornaamwoord deuvel
Dit of deze deuvel: deze deuvel
Dat of die deuvel: die deuvel

Bezittelijk voornaamwoord deuvel
Onze of ons deuvel: onze deuvel
Jouw of jou: jouw deuvel

Elke of elk deuvel?
Elke deuvel
Gerelateerd aan deuvel