De of het deurkozijn? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord deurkozijn? Is het de deurkozijn of het deurkozijn? Het juiste lidwoord dat je voor het woord deurkozijn moet gebruiken is:
Het deurkozijn
Aanwijzend voornaamwoord deurkozijn
Dit of deze deurkozijn: dit deurkozijn
Dat of die deurkozijn: dat deurkozijn

Bezittelijk voornaamwoord deurkozijn
Onze of ons deurkozijn: ons deurkozijn
Jouw of jou: jouw deurkozijn

Elke of elk deurkozijn?
Elk deurkozijn
Gerelateerd aan deurkozijn