De of het dertigplusser? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord dertigplusser? Is het de dertigplusser of het dertigplusser? Het juiste lidwoord dat je voor het woord dertigplusser moet gebruiken is:
De dertigplusser
Aanwijzend voornaamwoord dertigplusser
Dit of deze dertigplusser: deze dertigplusser
Dat of die dertigplusser: die dertigplusser

Bezittelijk voornaamwoord dertigplusser
Onze of ons dertigplusser: onze dertigplusser
Jouw of jou: jouw dertigplusser

Elke of elk dertigplusser?
Elke dertigplusser
Gerelateerd aan dertigplusser