De of het densiteit? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord densiteit? Is het de densiteit of het densiteit? Het juiste lidwoord dat je voor het woord densiteit moet gebruiken is:
De densiteit
Aanwijzend voornaamwoord densiteit
Dit of deze densiteit: deze densiteit
Dat of die densiteit: die densiteit

Bezittelijk voornaamwoord densiteit
Onze of ons densiteit: onze densiteit
Jouw of jou: jouw densiteit

Elke of elk densiteit?
Elke densiteit
Gerelateerd aan densiteit