De of het denker? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord denker? Is het de denker of het denker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord denker moet gebruiken is:
De denker
Aanwijzend voornaamwoord denker
Dit of deze denker: deze denker
Dat of die denker: die denker

Bezittelijk voornaamwoord denker
Onze of ons denker: onze denker
Jouw of jou: jouw denker

Elke of elk denker?
Elke denker
Gerelateerd aan denker