De of het deltaplan? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord deltaplan? Is het de deltaplan of het deltaplan? Het juiste lidwoord dat je voor het woord deltaplan moet gebruiken is:
Het deltaplan
Aanwijzend voornaamwoord deltaplan
Dit of deze deltaplan: dit deltaplan
Dat of die deltaplan: dat deltaplan

Bezittelijk voornaamwoord deltaplan
Onze of ons deltaplan: ons deltaplan
Jouw of jou: jouw deltaplan

Elke of elk deltaplan?
Elk deltaplan
Gerelateerd aan deltaplan