De of het dekglas? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord dekglas? Is het de dekglas of het dekglas? Het juiste lidwoord dat je voor het woord dekglas moet gebruiken is:
Het dekglas
Aanwijzend voornaamwoord dekglas
Dit of deze dekglas: dit dekglas
Dat of die dekglas: dat dekglas

Bezittelijk voornaamwoord dekglas
Onze of ons dekglas: ons dekglas
Jouw of jou: jouw dekglas

Elke of elk dekglas?
Elk dekglas
Gerelateerd aan dekglas