De of het Deense dog? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Deense dog? Is het de Deense dog of het Deense dog? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Deense dog moet gebruiken is:
De Deense dog
Aanwijzend voornaamwoord Deense dog
Dit of deze Deense dog: deze Deense dog
Dat of die Deense dog: die Deense dog

Bezittelijk voornaamwoord Deense dog
Onze of ons Deense dog: onze Deense dog
Jouw of jou: jouw Deense dog

Elke of elk Deense dog?
Elke Deense dog
Gerelateerd aan Deense dog