De of het decaloog? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord decaloog? Is het de decaloog of het decaloog? Het juiste lidwoord dat je voor het woord decaloog moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord decaloog
Dit of deze decaloog:
deze decaloog
Dat of die decaloog:
die decaloog
Bezittelijk voornaamwoord decaloog
Onze of ons decaloog:
onze decaloog
Jouw of jou:
jouw decaloog
Elke of elk decaloog?Elke decaloog
Gerelateerd aan decaloog