De of het dapperheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord dapperheid? Is het de dapperheid of het dapperheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord dapperheid moet gebruiken is:
De dapperheid
Aanwijzend voornaamwoord dapperheid
Dit of deze dapperheid: deze dapperheid
Dat of die dapperheid: die dapperheid

Bezittelijk voornaamwoord dapperheid
Onze of ons dapperheid: onze dapperheid
Jouw of jou: jouw dapperheid

Elke of elk dapperheid?
Elke dapperheid
Gerelateerd aan dapperheid