De of het dakschade? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord dakschade? Is het de dakschade of het dakschade? Het juiste lidwoord dat je voor het woord dakschade moet gebruiken is:
De dakschade
Aanwijzend voornaamwoord dakschade
Dit of deze dakschade: deze dakschade
Dat of die dakschade: die dakschade

Bezittelijk voornaamwoord dakschade
Onze of ons dakschade: onze dakschade
Jouw of jou: jouw dakschade

Elke of elk dakschade?
Elke dakschade
Gerelateerd aan dakschade