De of het dagtrip? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord dagtrip? Is het de dagtrip of het dagtrip? Het juiste lidwoord dat je voor het woord dagtrip moet gebruiken is:
De dagtrip
Aanwijzend voornaamwoord dagtrip
Dit of deze dagtrip: deze dagtrip
Dat of die dagtrip: die dagtrip

Bezittelijk voornaamwoord dagtrip
Onze of ons dagtrip: onze dagtrip
Jouw of jou: jouw dagtrip

Elke of elk dagtrip?
Elke dagtrip
Gerelateerd aan dagtrip