De of het dagdeel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord dagdeel? Is het de dagdeel of het dagdeel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord dagdeel moet gebruiken is:
Het dagdeel
Aanwijzend voornaamwoord dagdeel
Dit of deze dagdeel: dit dagdeel
Dat of die dagdeel: dat dagdeel

Bezittelijk voornaamwoord dagdeel
Onze of ons dagdeel: ons dagdeel
Jouw of jou: jouw dagdeel

Elke of elk dagdeel?
Elk dagdeel
Gerelateerd aan dagdeel