De of het Curaçaoënaar? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Curaçaoënaar? Is het de Curaçaoënaar of het Curaçaoënaar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Curaçaoënaar moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord Curaçaoënaar
Dit of deze Curaçaoënaar:
deze Curaçaoënaar
Dat of die Curaçaoënaar:
die Curaçaoënaar
Bezittelijk voornaamwoord Curaçaoënaar
Onze of ons Curaçaoënaar:
onze Curaçaoënaar
Jouw of jou:
jouw Curaçaoënaar
Elke of elk Curaçaoënaar?Elke Curaçaoënaar
Gerelateerd aan Curaçaoënaar