De of het cumulus? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord cumulus? Is het de cumulus of het cumulus? Het juiste lidwoord dat je voor het woord cumulus moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord cumulus
Dit of deze cumulus:
deze cumulus
Dat of die cumulus:
die cumulus
Bezittelijk voornaamwoord cumulus
Onze of ons cumulus:
onze cumulus
Jouw of jou:
jouw cumulus
Elke of elk cumulus?Elke cumulus
Gerelateerd aan cumulus