De of het correspondentieadres? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord correspondentieadres? Is het de correspondentieadres of het correspondentieadres? Het juiste lidwoord dat je voor het woord correspondentieadres moet gebruiken is:
Het correspondentieadres
Aanwijzend voornaamwoord correspondentieadres
Dit of deze correspondentieadres: dit correspondentieadres
Dat of die correspondentieadres: dat correspondentieadres

Bezittelijk voornaamwoord correspondentieadres
Onze of ons correspondentieadres: ons correspondentieadres
Jouw of jou: jouw correspondentieadres

Elke of elk correspondentieadres?
Elk correspondentieadres
Gerelateerd aan correspondentieadres