De of het contiguïteit? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord contiguïteit? Is het de contiguïteit of het contiguïteit? Het juiste lidwoord dat je voor het woord contiguïteit moet gebruiken is:
De contiguïteit
Aanwijzend voornaamwoord contiguïteit
Dit of deze contiguïteit: deze contiguïteit
Dat of die contiguïteit: die contiguïteit

Bezittelijk voornaamwoord contiguïteit
Onze of ons contiguïteit: onze contiguïteit
Jouw of jou: jouw contiguïteit

Elke of elk contiguïteit?
Elke contiguïteit
Gerelateerd aan contiguïteit