De of het conjunctuurwerkloosheid? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord conjunctuurwerkloosheid? Is het de conjunctuurwerkloosheid of het conjunctuurwerkloosheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord conjunctuurwerkloosheid moet gebruiken is:
De conjunctuurwerkloosheid
Aanwijzend voornaamwoord conjunctuurwerkloosheid
Dit of deze conjunctuurwerkloosheid:
deze conjunctuurwerkloosheid
Dat of die conjunctuurwerkloosheid:
die conjunctuurwerkloosheid
Bezittelijk voornaamwoord conjunctuurwerkloosheid
Onze of ons conjunctuurwerkloosheid:
onze conjunctuurwerkloosheid
Jouw of jou: jouw conjunctuurwerkloosheid
Elke of elk conjunctuurwerkloosheid? Elke conjunctuurwerkloosheid