De of het coïtus? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord coïtus? Is het de coïtus of het coïtus? Het juiste lidwoord dat je voor het woord coïtus moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord coïtus
Dit of deze coïtus:
deze coïtus
Dat of die coïtus:
die coïtus
Bezittelijk voornaamwoord coïtus
Onze of ons coïtus:
onze coïtus
Jouw of jou:
jouw coïtus
Elke of elk coïtus?Elke coïtus
Gerelateerd aan coïtus