De of het codeerder? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord codeerder? Is het de codeerder of het codeerder? Het juiste lidwoord dat je voor het woord codeerder moet gebruiken is:
De codeerder
Aanwijzend voornaamwoord codeerder
Dit of deze codeerder: deze codeerder
Dat of die codeerder: die codeerder

Bezittelijk voornaamwoord codeerder
Onze of ons codeerder: onze codeerder
Jouw of jou: jouw codeerder

Elke of elk codeerder?
Elke codeerder
Gerelateerd aan codeerder