De of het chalcogenide? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord chalcogenide? Is het de chalcogenide of het chalcogenide? Het juiste lidwoord dat je voor het woord chalcogenide moet gebruiken is:
Het chalcogenide
Aanwijzend voornaamwoord chalcogenide
Dit of deze chalcogenide: dit chalcogenide
Dat of die chalcogenide: dat chalcogenide

Bezittelijk voornaamwoord chalcogenide
Onze of ons chalcogenide: ons chalcogenide
Jouw of jou: jouw chalcogenide

Elke of elk chalcogenide?
Elk chalcogenide
Gerelateerd aan chalcogenide