De of het certificaat? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord certificaat? Is het de certificaat of het certificaat? Het juiste lidwoord dat je voor het woord certificaat moet gebruiken is:
Het certificaat
Aanwijzend voornaamwoord certificaat
Dit of deze certificaat: dit certificaat
Dat of die certificaat: dat certificaat

Bezittelijk voornaamwoord certificaat
Onze of ons certificaat: ons certificaat
Jouw of jou: jouw certificaat

Elke of elk certificaat?
Elk certificaat
Gerelateerd aan certificaat