De of het census? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord census? Is het de census of het census? Het juiste lidwoord dat je voor het woord census moet gebruiken is:
De census
Aanwijzend voornaamwoord census
Dit of deze census: deze census
Dat of die census: die census

Bezittelijk voornaamwoord census
Onze of ons census: onze census
Jouw of jou: jouw census

Elke of elk census?
Elke census
Gerelateerd aan census