De of het celscheider? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord celscheider? Is het de celscheider of het celscheider? Het juiste lidwoord dat je voor het woord celscheider moet gebruiken is:
De celscheider
Aanwijzend voornaamwoord celscheider
Dit of deze celscheider: deze celscheider
Dat of die celscheider: die celscheider

Bezittelijk voornaamwoord celscheider
Onze of ons celscheider: onze celscheider
Jouw of jou: jouw celscheider

Elke of elk celscheider?
Elke celscheider
Gerelateerd aan celscheider