De of het cellulose? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord cellulose? Is het de cellulose of het cellulose? Het juiste lidwoord dat je voor het woord cellulose moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord cellulose
Dit of deze cellulose:
deze cellulose
Dat of die cellulose:
die cellulose
Bezittelijk voornaamwoord cellulose
Onze of ons cellulose:
onze cellulose
Jouw of jou:
jouw cellulose
Elke of elk cellulose?Elke cellulose
Gerelateerd aan cellulose