De of het casuïstiek? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord casuïstiek? Is het de casuïstiek of het casuïstiek? Het juiste lidwoord dat je voor het woord casuïstiek moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord casuïstiek
Dit of deze casuïstiek:
deze casuïstiek
Dat of die casuïstiek:
die casuïstiek
Bezittelijk voornaamwoord casuïstiek
Onze of ons casuïstiek:
onze casuïstiek
Jouw of jou:
jouw casuïstiek
Elke of elk casuïstiek?Elke casuïstiek
Gerelateerd aan casuïstiek