De of het cassettespeler? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord cassettespeler? Is het de cassettespeler of het cassettespeler? Het juiste lidwoord dat je voor het woord cassettespeler moet gebruiken is:
De cassettespeler
Aanwijzend voornaamwoord cassettespeler
Dit of deze cassettespeler: deze cassettespeler
Dat of die cassettespeler: die cassettespeler

Bezittelijk voornaamwoord cassettespeler
Onze of ons cassettespeler: onze cassettespeler
Jouw of jou: jouw cassettespeler

Elke of elk cassettespeler?
Elke cassettespeler
Gerelateerd aan cassettespeler