De of het caroteen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord caroteen? Is het de caroteen of het caroteen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord caroteen moet gebruiken is:
Het caroteen
Aanwijzend voornaamwoord caroteen
Dit of deze caroteen: dit caroteen
Dat of die caroteen: dat caroteen

Bezittelijk voornaamwoord caroteen
Onze of ons caroteen: ons caroteen
Jouw of jou: jouw caroteen

Elke of elk caroteen?
Elk caroteen
Gerelateerd aan caroteen