De of het carjacking? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord carjacking? Is het de carjacking of het carjacking? Het juiste lidwoord dat je voor het woord carjacking moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord carjacking
Dit of deze carjacking:
deze carjacking
Dat of die carjacking:
die carjacking
Bezittelijk voornaamwoord carjacking
Onze of ons carjacking:
onze carjacking
Jouw of jou:
jouw carjacking
Elke of elk carjacking?Elke carjacking
Gerelateerd aan carjacking