De of het carbuur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord carbuur? Is het de carbuur of het carbuur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord carbuur moet gebruiken is:
De carbuur
Aanwijzend voornaamwoord carbuur
Dit of deze carbuur: deze carbuur
Dat of die carbuur: die carbuur

Bezittelijk voornaamwoord carbuur
Onze of ons carbuur: onze carbuur
Jouw of jou: jouw carbuur

Elke of elk carbuur?
Elke carbuur
Gerelateerd aan carbuur