De of het canonicaat? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord canonicaat? Is het de canonicaat of het canonicaat? Het juiste lidwoord dat je voor het woord canonicaat moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord canonicaat
Dit of deze canonicaat:
dit canonicaat
Dat of die canonicaat:
dat canonicaat
Bezittelijk voornaamwoord canonicaat
Onze of ons canonicaat:
ons canonicaat
Jouw of jou:
jouw canonicaat
Elke of elk canonicaat?Elk canonicaat
Gerelateerd aan canonicaat