De of het calciumcarbonaat? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord calciumcarbonaat? Is het de calciumcarbonaat of het calciumcarbonaat? Het juiste lidwoord dat je voor het woord calciumcarbonaat moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord calciumcarbonaat
Dit of deze calciumcarbonaat:
dit calciumcarbonaat
Dat of die calciumcarbonaat:
dat calciumcarbonaat
Bezittelijk voornaamwoord calciumcarbonaat
Onze of ons calciumcarbonaat:
ons calciumcarbonaat
Jouw of jou:
jouw calciumcarbonaat
Elke of elk calciumcarbonaat?Elk calciumcarbonaat
Gerelateerd aan calciumcarbonaat