De of het buurtwerker? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord buurtwerker? Is het de buurtwerker of het buurtwerker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord buurtwerker moet gebruiken is:
De buurtwerker
Aanwijzend voornaamwoord buurtwerker
Dit of deze buurtwerker: deze buurtwerker
Dat of die buurtwerker: die buurtwerker

Bezittelijk voornaamwoord buurtwerker
Onze of ons buurtwerker: onze buurtwerker
Jouw of jou: jouw buurtwerker

Elke of elk buurtwerker?
Elke buurtwerker
Gerelateerd aan buurtwerker