De of het buurkat? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord buurkat? Is het de buurkat of het buurkat? Het juiste lidwoord dat je voor het woord buurkat moet gebruiken is:
De buurkat
Aanwijzend voornaamwoord buurkat
Dit of deze buurkat: deze buurkat
Dat of die buurkat: die buurkat

Bezittelijk voornaamwoord buurkat
Onze of ons buurkat: onze buurkat
Jouw of jou: jouw buurkat

Elke of elk buurkat?
Elke buurkat
Gerelateerd aan buurkat