De of het burgerrecht? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord burgerrecht? Is het de burgerrecht of het burgerrecht? Het juiste lidwoord dat je voor het woord burgerrecht moet gebruiken is:
Het burgerrecht
Aanwijzend voornaamwoord burgerrecht
Dit of deze burgerrecht: dit burgerrecht
Dat of die burgerrecht: dat burgerrecht

Bezittelijk voornaamwoord burgerrecht
Onze of ons burgerrecht: ons burgerrecht
Jouw of jou: jouw burgerrecht

Elke of elk burgerrecht?
Elk burgerrecht
Gerelateerd aan burgerrecht