De of het burenhulp? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord burenhulp? Is het de burenhulp of het burenhulp? Het juiste lidwoord dat je voor het woord burenhulp moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord burenhulp
Dit of deze burenhulp:
deze burenhulp
Dat of die burenhulp:
die burenhulp
Bezittelijk voornaamwoord burenhulp
Onze of ons burenhulp:
onze burenhulp
Jouw of jou:
jouw burenhulp
Elke of elk burenhulp?Elke burenhulp
Gerelateerd aan burenhulp