De of het buitenspeeldag? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord buitenspeeldag? Is het de buitenspeeldag of het buitenspeeldag? Het juiste lidwoord dat je voor het woord buitenspeeldag moet gebruiken is:
De buitenspeeldag
Aanwijzend voornaamwoord buitenspeeldag
Dit of deze buitenspeeldag: deze buitenspeeldag
Dat of die buitenspeeldag: die buitenspeeldag

Bezittelijk voornaamwoord buitenspeeldag
Onze of ons buitenspeeldag: onze buitenspeeldag
Jouw of jou: jouw buitenspeeldag

Elke of elk buitenspeeldag?
Elke buitenspeeldag
Gerelateerd aan buitenspeeldag