De of het brutoverbruik? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord brutoverbruik? Is het de brutoverbruik of het brutoverbruik? Het juiste lidwoord dat je voor het woord brutoverbruik moet gebruiken is:
Het brutoverbruik
Aanwijzend voornaamwoord brutoverbruik
Dit of deze brutoverbruik: dit brutoverbruik
Dat of die brutoverbruik: dat brutoverbruik

Bezittelijk voornaamwoord brutoverbruik
Onze of ons brutoverbruik: ons brutoverbruik
Jouw of jou: jouw brutoverbruik

Elke of elk brutoverbruik?
Elk brutoverbruik
Gerelateerd aan brutoverbruik