De of het bruiloftsdicht? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bruiloftsdicht? Is het de bruiloftsdicht of het bruiloftsdicht? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bruiloftsdicht moet gebruiken is:
Het bruiloftsdicht
Aanwijzend voornaamwoord bruiloftsdicht
Dit of deze bruiloftsdicht: dit bruiloftsdicht
Dat of die bruiloftsdicht: dat bruiloftsdicht

Bezittelijk voornaamwoord bruiloftsdicht
Onze of ons bruiloftsdicht: ons bruiloftsdicht
Jouw of jou: jouw bruiloftsdicht

Elke of elk bruiloftsdicht?
Elk bruiloftsdicht
Gerelateerd aan bruiloftsdicht