De of het bruidskleding? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bruidskleding? Is het de bruidskleding of het bruidskleding? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bruidskleding moet gebruiken is:
De bruidskleding
Aanwijzend voornaamwoord bruidskleding
Dit of deze bruidskleding: deze bruidskleding
Dat of die bruidskleding: die bruidskleding

Bezittelijk voornaamwoord bruidskleding
Onze of ons bruidskleding: onze bruidskleding
Jouw of jou: jouw bruidskleding

Elke of elk bruidskleding?
Elke bruidskleding
Gerelateerd aan bruidskleding