De of het brugfunctie? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord brugfunctie? Is het de brugfunctie of het brugfunctie? Het juiste lidwoord dat je voor het woord brugfunctie moet gebruiken is:
De brugfunctie
Aanwijzend voornaamwoord brugfunctie
Dit of deze brugfunctie: deze brugfunctie
Dat of die brugfunctie: die brugfunctie

Bezittelijk voornaamwoord brugfunctie
Onze of ons brugfunctie: onze brugfunctie
Jouw of jou: jouw brugfunctie

Elke of elk brugfunctie?
Elke brugfunctie
Gerelateerd aan brugfunctie