De of het bronchuscarcinoom? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bronchuscarcinoom? Is het de bronchuscarcinoom of het bronchuscarcinoom? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bronchuscarcinoom moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord bronchuscarcinoom
Dit of deze bronchuscarcinoom:
dit bronchuscarcinoom
Dat of die bronchuscarcinoom:
dat bronchuscarcinoom
Bezittelijk voornaamwoord bronchuscarcinoom
Onze of ons bronchuscarcinoom:
ons bronchuscarcinoom
Jouw of jou:
jouw bronchuscarcinoom
Elke of elk bronchuscarcinoom?Elk bronchuscarcinoom
Gerelateerd aan bronchuscarcinoom